maandag 11 mei 2009

Gezocht:Info Vliegende Bom Waterkwartier

Nijmegen - Op de vroege zondagmorgen,18 februari 1945,viel midden in het Waterkwatier
een V1 neer,een zogenaamde "Vliegende Bom".Met dergelijk oorlogstuig bestookte de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog vooral Engeland,maar in de laatste dagen van de oorlog werden ze ook elders ingezet.Bij de inslag op de hoek Waterstraat-Biezenstraat kwamen naar schatting acht tot negen mensen om het leven.Verder is er echter weinig informatie over de aanslag.
Anton Ruijters is op zoek naar alles wat maar over de ontploffing te vinden is:foto's,dagboeken,
bidprentjes enzovoorts. .

E-Mail: v1waterkwartier@gmail.com

Artikel "De Gelderlander" Zaterdag 9 Mei 2009.

Mag Ik me even voorstellen













Ik ben Anton Ruijters geboren op 07-01-1930 aan de waalkade te Nijmegen.Anderhalf jaar na mijn geboorte zijn we met ons gezin verhuisd naar de Rijnstraat in het Waterkwartier .Nadien hebben we ook nog in de Waalstraat en Ijsselstraat gewoond.
Ons gezin bestond uit vijf meisjes en vijf jongens waarvan ik de jongste was.Tijdens mijn schooltijd op de St.Jozefschool in de Waterstraat brak op 10 Mei 1940 de oorlog uit.De Duitsers vielen met groot overmacht Nederland binnen met veel vliegtuigen,paard en wagen en fietsent.Daarna was het vier jaar stil,tot dat in September 1944 de geallieerden Nijmegen kwamen bevrijden.Daarna werd Nijmegen frontstad van September 1944 t/m Februari 1945.In die tijd lag het Waterkwartier constant onder granaatvuur van de Duitsers vanuit Oosterhout.Daardoor waren er vele inslagen in de huizen .In de Waalstraat op no 5 was er een granaatinslag waar Mw Leenders pas 'n baby had gekregen.Het huis was zo beschadigd dat hulpverleners haar met bed en al door het raam tilde en naar het Zustersklooster in de Biezenstraat hebben gebracht.Ook ik zelf bleef niet ongedeerd.Door een explosie van een leeg benzinevat werd ik door een steekvlam getroffen.Om met een militair voertuig naar het Canisius Ziekenhuis te worden vervoerd.Daar ben ik vier weken opgenomen door verbranding van mijn gezicht.Zo ging het verder totdat op zondag 18 Februari 1945 s'morgens om 05.30 uur de V1 viel en de hele hoek Waterstraat en Biezenstraat in een klap wegvaagde.Daarbij vielen tenminste 5 doden en zeker 15 huizen werden onbewoonbaar.Ook het huis van mijn zus en haar man met vier kinderen was getroffen
{Fam L.Hermsen,Biezenstraat 180}.Ondertussen was het Waterkwartier volgestroomd met duizenden geallieerden militairen met Tanks en Voertuigen.Verder heb ik vanaf mijn
14e jaar tot mijn 28 ste bij s.c. S.C.H. gespeeld.Waar ik altijd met veel plezier gevoetbald heb,zowel in de jeugd als bij de senioren.Daardoor voel ik me nog steeds verbonden met het Waterkwartier.Ik ben er nog regelmatig te vinden en neem nog wel eens een kijkje op verborgen plekjes.Dat gevoel zal ik van mijn leven niet meer kwijt raken.Vandaar dat ik me wil inzetten voor wat er op die 18e Februari 1945 is gebeurd en om dit levend te houden voor de huidige bewoners en de volgende generaties.

Helaas Is Anton Ruijters op 05-07-2013 overleden.

Documenten en Verslagen

Eens op een morgen wordt Nijmegen door een V1 bom getroffen.Achter de Biezenstraat komt hij in de tuintjes achter de huizen terecht.Een twintigtal panden in puin;z'n projectiel veroorzaakt zulk een luchtledige ruimte,dat alles in de omgeving daar naar toe wordt gezogen.De ruine was verschrikkelijk.In de gehele omgeving zijn de pannen van de daken.Op grooten afstand zijn de muren van de woningen gescheurd en scheef getrokken.Een kerk in de nabijheid is zwaar beschadigd;vijf doden zijn te betreuren.Dit geringe aantal was te danken aan de betrekkelijke gunstige val van het projectiel.

Bron:Document Brandweer.

Met dank aan Dhr Fleuren.

Documenten en Verslagen 1




Bij het Pijltje op de afbeelding hierboven is Dhr van den Broek gevonden en verlost van een houten balk door middel van een zaag


Op Zondagmorgen 18 februari 1945 lag iedereen nog te slapen,toen om vijf uur een vliegende bom de dakrand van ons huis raakte en ruim twintig meter verder tegen de worstkeuken van Slagerij Seegers in de Waterstraat 139 tot ontploffing kwam.Ons huis stortte als een kaartenhuis in elkaar.Mijn twee broers zagen kans zich uit de brokstukken te bevrijden en mijn moeder en mijn twee zussen vanuit het puin te halen.Ada was ernstig aan haar bil gewond.Mijn moeder en Troutje mankeerden vrijwel niets.Grote delen van de tussenmuur waren beide slaapkamers ingevallen.Truus was direct dood.Mijn vader werd zwaargewond en met slagaderlijke bloeding naar huize Sancta Maria gebracht waar hij op 20 februari 1945, opvzijn 53e verjaardag,overleed.Die hele reddingsactie is aan mij voorbij gegaan,want ik lag in de woonkamer vastgeklemd onder het puin.Mijn bed was door de instorting de kelderkast ingeschoven en mijn been was door een zware balk gevoelloos geworden.Alles rook naar petroleum.Ik hoorde dat er op een verkeerde plaats naar mij werd gezocht,maar ik had de mond vol stof en rommel en ik kon amper een gil geven.Toen ik gevonden werd,heeft iemand eerst mijn hoofd vrij gemaakt.Het waren de angstigste ogenblikken van mijn leven,want bij het wegtrekken van de kolossale brokstukken en het gezeul aan de zware balk op mijn been dreigde de hoge muur naast mij in te storten.Bovendien kon de kleinste vonk de petroleum doen ontbranden.De Engelsen hebben toen op de een of andere manier het vuur in het kacheltje van de voorkamer gedoofd om te voorkomen dat het naar de petroleum zou overslaan.Ik keek de dood in de ogen,want ik kon geen kant op.Ik hoorde iemand schreeuwen dat ze mijn been moesten afhakken om me tijdig in veiligheid te brengen.Mijn broer ontstak in woede en beet die man toe dat hij beter een zaag kon gaan halen om de balk door te zagen.Toen dat gebeurd was ben ik in mijn ondergoed naar het ziekenhuis gebracht.Toen ik na twee weken naar huis mocht,heb ik ik de kleding gekregen van iemand van mijn postuur die in het ziekenhuis overleden was.Later heb ik gehoord dat er door de bom drie of vier huizen verwoest zijn,maar ik weet niet welke.Mevrouw J.Migchielsen-Brouwer van de Waterstraat 147 en Fransje Dams,een baby van vijf weken uit de Lekstraat 19,waren de andere slachtoffers.Het huis in de Lekstraat was niet ernstig beschadigd,maar de wieg van Fransje sloeg door de luchtdruk om en Fransje viel er uit.Het werd zijn dood.De hele nacht is er in het licht van de koplampen van de Engelse legerauto's in de enorme ravage naar slachtoffers gezocht.Er zijn meer dan twintig gewonden uit het puin gehaald.Veertig mensen waren door die ramp dakloos geworden.



Bron: J.van den Broek

Documenten en Verslagen 2

18 Februari 1945

Vandaag heeft het waterkwartier zijn portie gehad!
Vanmorgen 'n uur of half zes is er 'n vliegende bom neergevallen!
Juist naast Veldhoven,de kruidenierswinkel in de Biezenstraat.De schade is verschrikkelijk.Het gedeelte van de Biezenstraat waar hij is gevallen is totaal verwoest en onbewoonbaar en 'n groot gedeelte van de Waterstraat tot verder dan de manifactuurzaak Vergils.Een soldaat gedood en,nog niet zeker,drie burgers.
Bij ons zit er haast geen ruit meer in en zijn enkele deuren kapot.
Gisteravond hebben we nog over de V1 gesproken."Er zijn tot nu toe geen V-eens in Nijmegen gevallen" zei mijn broer Henry.Ik antwoordde:"Roep maar niet te hard!".
En nou,vanmorgen,werd ik gewekt door een ontzaggelijke slag,gevolgd door het geluid van instortende muren en vallend glas.Dat was werkelijk 'n onbeschrijfelijk geraas.
Mijn hart stond haast stil van de schrik.Ik sprong op.(we waren juist voor de eerste keer weer boven gaan slapen omdat er water in de kelder stond) en was overgooid met stukken glas uit de schuifdeur.Allemaal sprongen ze op in 'n panische schrik..
Ik liep op mijn blote voeten door de kamer de gang in om de kelder in te komen.
Alles was een en al glas en toch had ik helemaal geen glas in mijn voeten.
Alleen mijn zus Tiny was in de kelder blijven slapen,maar de kelderdeur ging niet los.Alle andere deuren waren opengevlogen of versplinterd.
Intussen was Tiny aan het schreeuwen dat ze uit de kelder moest.Dus toen maar gauw de deur geforceerd.En ik,mijn schoenen en jas aangetrokken.kon ik me 'n beetje de toestand realiseren:vliegende bom gevallen,alle ruiten kapot en het voornaamste....dat we allen nog leefden!.Want,schoot het door mijn hoofd,die bom had ook ons kunnen treffen!.Maar we waren natuurlijk allemaal 'n beetje overstuur.
Ik ging daarna buiten de deur kijken en liep zoals veel mannen en kinderen naar de plaats des onheils,struikelend over de dikke laag puin die op de ganse straat lag,'n gruwelijk aanblik.Ook 'n hoop engelse ziekenauto's en gewonden.Het huis waar ik het eerst op keek was dat van mijn engelse vrienden (daar ingekwartierd) uit de garage."Dood!",dacht ik.Dus wat was ik blij toen een van hen ons kwam bezoeken en wat later ook de andere.De familie Zegers (van bakkerij Zegers) en ook nog 'n officier kwamen koffie drinken.De hele Zondag - de kerk was ook zwaar beschadigd - heb ik geholpen thuis de boel weer toonbaar te maken "n Dag die ik nooit zal vergeten!


Met dank aan

Wim Giesbers
Toen 15 jaar.

Documenten en Verslagen 3

Geachte lezer.

Mijn betrokkenheid rond het zogenaamde vergissingsbombardement van Nijmegen en de onwaarheden van de officiële rapporten die ik heb bestreden omdat ik daar getuige was samen met nog een waarnemer van de aanval, hebben geleid tot verder onderzoek.
Wij beide hebben vanuit verschillende waarnemingspunten duidelijk de hoogtes en de aanvliegroutes van de vliegtuigen gezien, en dat deze waarnemingen in flagrante tegenspraak zijn met de gepresenteerde rapporten.
Vandaar dat ik ook nog eens ging zoeken op internet naar het gebeuren rond de vliegende bom die in het waterkwartier was gevallen en die ik op enige afstand heb meegemaakt, deze ervaringen wil ik de geïnteresseerde lezer niet onthouden.


Als 12 jarige jongen werd ik vanwege de gevaarlijke situatie rond het canisiuscollege ingekwartierd in de Patoorzegerstraat, in weet nog goed dat ik de vliegende bommen regelmatig over zag komen tijdens het sleetje rijden in de Azaleastraat.
Ze vlogen redelijk laag en je kon ze goed zien en waren duidelijk herkenbaar aan de vuurstraal achter de raketmotor, het geluid was onheilspellend een rommelend geluid dat de indruk gaf dat de motor elk ogenblik kon stoppen, en de bom ergens neer zou vallen.
Deze geluiden waren voor mij erg angstaanjagend, ik lette er altijd op of dat de motor er niet mee ophield.
Die bewuste nacht werd ik gewekt weer door een rommelend geluid en ik luisterde aandachtig of hij overvloog, of dat de motor stopte.
En jawel de motor hield er mee op, ik nam een duik in de kelder om enige veiligheid te zoeken en direct daarna het vreselijke geluid van een inslag.
Sinds die tijd was ik helemaal panisch voor die krengen.
Het treffende is dat ik 1,5 jaar verkering heb gehad met Troutje het meisje dat genoemd wordt in het verhaal van J van de Broek ook de moeder en Ada heb ik goed gekend, maar daarna is het contact verbroken.
Misschien kan iemand mij het mailadres geven van J van den broek, om oude herinneringen nog eens op te halen.

Bron: Leo Reders,Druten.

Anekdote

Het was 18 februari 1945, mijn moeder was in verwachting en bijna uitgeteld toen heel vroeg in de ochtend van die zondagmorgen een vreselijke explosie weerklonk, een enorme schrik, het bleek aan de andere kant van de spoordijk in het waterkwartier te zijn.
Echter, door de schrik kwam de bevalling op gang (!) en 'n tijdje later was ik geboren !
Een Zondagskind dat, zoals ik tot op de dag van vandaag nog van mijn familie moet horen, "niet gebracht werd door de ooievaar maar door een vliegende bom".

Bron:Theo Willems

Algemene Informatie over de V1




1944, 13 juni, de eerste V1 valt op Londen.
Het is een week na D-day als Londen wordt opgeschrikt door de eerste V1: een vliegende bom, met vleugels. Een onbemand vliegtuigje met een lawaaiige straalmotor op zijn rug en gelanceerd vanaf een soort skischans. De besturing en navigatie waren simpel en de nauwkeurigheid was gering. Ze werden gelanceerd vanaf de Kanaalkust. Met een bereik van 240-400 km, maximum snelheid 600 km/h op een vlieghoogte van 100-1000 m. De geringe vlieghoogte maakte het moeilijk de V1 neer te halen met flak of met jachtvliegtuigen of te kunnen volgen met radar. Ongeveer de helft van de geslaagde lanceringen bereikte het doelgebied. De V1 had, evenmin als de V2, een belangrijke militaire betekenis. Beide Vergeltungswaffen hadden vooral de functie van een terreurwapen dat bedoeld was de burgerbevolking te demoraliseren. De geallieerde opmars in Frankrijk maakte een eind aan de dagelijkse bombardementen met de V1.



De V1 was het eerste zogenaamde V-wapen en een Duitse uitvinding uit de Tweede Wereld oorlog. In feite was de V1 de eerste aanzet voor het latere kruisvluchtwapen.
De naam V1 (Duitse afkorting) of V-1 (Engelse afkorting) was een afgeleide van Vergeltungswaffe 1. Eigenlijk was de aanduiding Fieseler Fi 103 of FZG-76 (FZG betekende Flak Ziel Gerät ofwel luchtafweerdoelapparaat).
Het toestel was uitgerust met een explosieve lading in de neus en vloog door middel van een primitieve straalmotor (pulserende straalmotor) aandrijving en een simpel geleidingssysteem op eigen kracht naar zijn doel.
Als een V1 over kwam, was zijn sputterend geluid duidelijk hoorbaar. Op een vooraf ingesteld tijdstip – of als de brandstof op was – stopte de motor en dook de raket omlaag waarna bij de inslag de springkop explodeerde. Vanwege het kenmerkende pruttelende geluid dat de motor maakte kreeg hij van de Amerikanen de bijnaam buzz-bomb. De Britten noemden hem doodlebug naar een groot zoemend Australisch insect.
Aan het einde van de oorlog in Europa wisten de Amerikanen en Sovjets een aantal V1's te bemachtigen. De Amerikanen wilden ze gebruiken in de strijd op de Stille Oceaan tegen de Japanners Dit is echter niet gebeurd; de V1's die in beslag genomen waren hebben, net als de latere V2, dienst gedaan als testobject voor hun eigen wapenontwikkelprogramma's.In totaal zijn meer dan 30.000 V1's geproduceerd; voornamelijk door gevangenen die als dwangarbeiders werden ingezet. Na de grote aanval op Peenemünde door de Britse RAF in de nacht van 17 op 18 augustus 1943 werd de productie verplaatst naar Mittelbau-Dora, een reusachtige ondergrondse fabriek onder het Kohnstein-massief bij Nordhausen, waar duizenden gevangenen onder onmenselijke omstandigheden moesten werken. Sommigen onder hen zagen kans om met gevaar voor eigen leven sabotage te plegen aan de door hen geproduceerde V1's.
Volgens Duitse gegevens zijn 8564 V1’s naar Engeland en de haven van Antwerpen verschoten. Hiervan trof circa 57% zijn doel; de overigen werden door de luchtafweer, sperballonnen of jagerinzet vernietigd. Ook gingen er veel verloren door defecten bij de lancering of tijdens de vlucht.
Een jageronderschepping gebeurde letterlijk. Als men V1’s boven Het Kanaal of de Noordzee waarnam, vlogen er jagers op af. Aanvankelijk probeerden die de V1's neer te schieten. De explosie van de springkop was echter zeer gevaarlijk voor de achter de V1 aan vliegende piloten. Daarom bedacht men een simpele truc. Een snel jachtvliegtuig vloog naast de V1 en tikte met zijn vleugeltip onder de vleugeltip van de V1. De V1 begon hierdoor rond te tollen en viel vervolgens stuurloos in Het Kanaal of dook de grond in. Naast de Mustang en de Tempest was de Spitfire Mk XIV het enige type dat hier snel genoeg voor was. Deze tactiek raakte echter bekend bij de Duitsers die vervolgens detonators aan de vleugels monteerden die explodeerden bij aanraking tijdens de vlucht. Dit maakte een eind aan de toepassing van deze simpele truc.
De Ontwikkeling:

De V1 werd ontworpen door Robert Lüsser van de Duitse vliegtuigfabriek Fieseler en FritsGosslau van de Argus-motorenfabriek. Het ontwerp en testteam werd in Peenemünde geleid door Wernher von Braun en Walter Dornberger.
De V1 had vliegtuigvleugels en staartvlakken. Ze werd voortgestuwd door een Argus AS-014 pulserende straalmotor, een variant van de reeds in 1932 door Paul Schmidt ontworpen straalmotor. Hij kon een stuwkracht produceren van ca 300 kilogram en gebruikte een doodgewone auto-bougie als ontsteking.
In technisch opzicht was de V1 eigenlijk een onbemand straalvliegtuig. Hij kon een maximumsnelheid van 620 km/u bereiken en had een bereik van 240 km (later werd dit 400 km). De lengte was 7,9 meter en de spanwijdte 5,3 meter. Een V1 woog 2180 kilogram en had een springkop van 850 kilogram. De motor van de V1 liep op gewone kerosine.
De eerste testvluchten vonden eind 1941 en begin 1942 plaats vanaf Peenemünde. In juni 1944 hebben zelfs bemande testvluchten plaatsgevonden om de mogelijkheid van zelfmoordmissies te onderzoeken, maar die zijn niet in praktijk gebracht. De meeste lanceringen vonden plaats vanuit Frankrijk en West-Nederland. Later, in december 1944, plaatste men nog een aantal installaties in Oost-Nederland. Deze waren gericht op Antwerpen vanwege het Ardennenoffensief.

Geleidingssysteem:

Het V1 geleidingssysteem was erg simpel en bestond uit een automatische piloot gekoppeld aan een gyrokompas. Deze stuureenheid regelde alleen de hoogte en de snelheid. De afstand naar het doel werd slechts grofweg ingeschat - nauwkeurigheid was geen vereiste – en een door een propellertje in de neus aangedreven teller bepaalde wanneer deze afstand was bereikt.Voor de lancering werd de teller zodanig ingesteld dat deze boven het ingeschatte doel op 0 kwam te staan. Tijdens de vlucht dreef de luchtsnelheid het propellertje aan en na elke 30 omwentelingen liep de teller één tik terug. De teller stelde de raket in de vlucht ook op scherp;dit gebeurde na ca 38 mijl. Als de teller op 0 stond, werd de luchtslang naar de servomotor van het hoogteroer automatisch verbroken waarna het roer door middel van een continu gespannen veer omlaag werd geklapt en de raket omlaag dook.
Met de ingestelde teller was slechts een naar het westen wijzende lanceerrail nodig; de automatische instelling deed de rest.

Lancering:

De V1’s werden gelanceerd vanaf een soort katapult-installatie; de Abschussrampe. Met een generator werd druk opgebouwd en een bougie ontstak de straalmotor waarna een toestel door middel van perslucht over een 46 meter lange hellende rails onder een hoek van 6° de lucht in werd geschoten.

Puttershoek:

Eén zo'n Abschussrampe stond op het terrein van de Coöperatieve Suikerfabriek in Puttershoek in de Hoeksche Waard, een van de Nederlandse Zuid-Hollandse eilanden. V1 onderdelen werden per schip over de Oude Maas aangevoerd en bij de fabriekskade gelost. De V1's werden in de fabriekshallen geassembleerd door een speciale eenheid die verder niets te maken had met de Wehrmachtseenheid die in het dorp gestationeerd was.
In Puttershoek is de Abschussrampe slechts kort in gebruik geweest, maar in die korte tijd had hij ook in de directe omgeving slachtoffers geëist. Door sabotage bij de productie in Nordhausen stortten in ieder geval drie V1's kort na de lancering in de nabijheid van de suikerfabriek neer. Twee ontploften niet en verdwenen in de kleibodem bij Puttershoek om pas ruim 30 jaar later door de Explosieven Opruimingsdienst van de Koninklijke Landmacht uitgegraven en onschadelijk gemaakt te worden. Eén viel op een huis in het twee kilometer zuidelijker gelegen Maasdam en ontplofte bij de inslag. Daarbij kwam een bewoner om het leven.
Een vanuit het intussen bevrijde Noord-Brabant overgekomen waarnemer betrok een boerderij aan de Kromme Elleboog, op anderhalve kilometer van de lanceerbaan. Van daaruit meldde hij over de radio de lanceringen aan Londen.
Op 17 februari 1945 bleef de installatie in Puttershoek volledig schadevrij na een mislukt geallieerd bombardement. De bommen werden te hoog afgeworpen en vielen op het land om de fabriek. Eén van de bommen miste op enkele tientallen meters drie kleuters die op dat moment op de dijk bij de fabriek aan het spelen waren. Tot zeker 60 jaar na dato was deze bomkrater nog te zien na zware regenval als waterplas in de akker naast een opslagsilo van de fabriek. Deze mislukte actie leidde tot woede bij het plaatselijk verzet, waarbij één van de verzetsleden gezegd zou hebben: "Als het zo moet, blazen we ze zelf wel op!". Zover hoefde het niet te komen, op 22 februari 1945 lukte de luchtaanval wel en werd de V1-lanceerbaan met enkele voltreffers opgeblazen.

Aanvallen:

De eerste V1 aanval op Londen vond plaats op 13 juni 1944, een week na de landing in Normandië. Tijdens het V1-offensief vielen per uur 100 V1’ s op Londen. Over een periode van 80 dagen werden meer dan 6.000 personen gedood, meer dan 17.000 gewond en meer dan één miljoen gebouwen verwoest.
Op Antwerpen vielen in de periode van 7 oktober 1944 tot en met 30 maart 1945 2.448 V-1's.
Als gevolg van de aanvallen met V1’s vielen in geheel Europa ongeveer 40.000 gewonden, voornamelijk onder de burgerbevolking. De V1’s werden onder alle weersomstandigheden en op willekeurige tijden van de dag gelanceerd en kwamen vaak midden in woonwijken terecht. Hierdoor zaaiden ze veel angst onder de bevolking,
In augustus 1944 waren de tegenmaatregelen van de geallieerden zo georganiseerd dat bijna alle V1-wapens werden neergehaald voordat ze hun doel hadden bereikt. De V1 werd daarna opgevolgd door de V2, een raket die na de lancering de motor uitschakelde en vanaf grote hoogte met zeer hoge snelheid in vrije val op zijn doel afvloog.

Ter Informatie: de V1

Deze uitvinding van de duitsers in de tweede wereldoorlog was op een bepaald moment de schrik van Londen. Met dodelijke precisie konden de duitsers deze bommen op Londen neer laten komen. Dit deden ze als volgt: binnen in het apparaat zit een mechanisme, dat na een bepaalde tijd een snaar doorsnijdt. Wanneer dit gebeurt, klappen de hoogteroeren omlaag, waardoor de bom een duikvlucht gaat maken. Meteen wordt de brandstoftoevoer naar de motor afgesneden, waardoor de bom niet veel verder meer komt. Aangezien Londen in de tijd van de 2e wereldoorlog al een hele grote stad was, raakte je je doel ook wel als je een kilometertje te ver vloog. Zó precies was dit systeem niet. Maar het was natuurlijk wel een voorloper van de bommen die tegenwoordig ingezet worden, en één huis uit een rijtje kunnen blazen, terwijl ze op honderden kilometers afstand afgeschoten zijn

Lancering V1